Een spoor van licht

Een spoor van licht
Johannes opent zijn evangelie met de bekende woorden: “In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God." Het is het Kerstverhaal van Johannes. Het klinkt heel plechtig, abstract ook. Niet zo gevoelig als het verhaal van de hoogzwangere Maria en Jozef. Veel filosofischer dan het verhaal van de overvolle herbergen en een voederbak met stro.

Donker
Toch rijmt deze opening met dat andere begin, helemaal bij de aanvang van de bijbel.
Het scheppingsverhaal. In het begin schiep God hemel en aarde. De aarde was woest en leeg. Daarin komt orde door het woord dat God laat klinken. In het begin was het woord. En het eerste woord dat God spreekt luidt: “Er zij Licht!”.
En er is licht. Als God spreekt, komt er perspectief, uitzicht, toekomst. Zo wil Johannes zijn evangelie beginnen: met perspectief en uitzicht. Met licht in de duisternis.
Deze adventstijd is in vele opzichten donker.  Waar vrienden en familie elkaar normaal gesproken in de donkere maanden rond Kerst opzoeken, zal dat nu anders zijn. In hele kleine gezelschappen en ook nog op een killere afstand van elkaar. We hunkeren deze maand nog meer naar licht dat andere jaren. Misschien is de adventstijd daardoor ook intenser. We kijken verlangend uit naar betere tijden. Waarin we elkaar weer mogen om armen, bij de hand nemen, wijzen op het licht dat zelfs in onze duiderere wereld te vinden is. Daarom lezen we deze adventsweken in de kerk steeds verhalen van licht. De schepping van het licht, natuurlijk, maar ook van Jezus die zichzelf het licht voor de wereld noemt. Of over het volk dat in duisternis wandelt en een groot licht ziet.

Dichtbij
Dat grootse goddelijke licht van de schepping klinkt ver weg en verheven. ‘Er zij licht’ een machtswoord van een God die ver weg is.
Johannes brengt het licht dichterbij. In Jezus kwam het licht naar de wereld. Het ware licht dat ieder mens verlicht (Joh. 1: 9). Hij zegt het wel weer ingewikkeld, zoals Johannes het graag doet: “In  het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. […] Het Woord is mens geworden en heeft onder ons gewoond.” (Joh. 1: 4 en 14)

In het donker van deze tijden, in het duister dat het leven soms kan zijn, woont het licht onder ons. Dat is het kerstverhaal van Johannes. Er loopt een spoor van licht door de geschiedenis. Er loopt een spoor van licht door onze tijd. Er loopt een spoor van licht door je leven.
Jezus bracht mensen aan het licht. Dat spoor begon toen God opnieuw zei: “Laat er licht zijn” en Jezus aan zijn weg onder ons begon. De mensen ontdekten dat ze elkaar kunnen aansteken om te leven met geloof in de ogen en liefde in het hart. Dat wij op die manier ook dat licht vertegenwoordigen. Midden in het leven.
Zo hebben de leerlingen van Jezus het begrepen na Jezus’ dood. Ze zeiden dat deze mens naar Gods hart, deze Jezus, niet kan worden opgesloten in het duister. Ze ontdekten hem als de levende in hun midden. Ze zeiden het en ze leefden er ook naar. Er begon zich in de geschiedenis een spoor van nieuw leven af te tekenen. Een broos en kwetsbaar spoor. Zoals Jezus broos en kwetsbaar had geleefd.
Deze donkere adventstijd mogen we in dat spoor van licht verder trekken. Naar een ieder die in het duister leeft. Wie weet wordt het de lichtste kerst ooit.
terug