Leven van wat komt
Op 15 februari was Erik Borgman, hoogleraar publieke Theologie aan de Tilburgse universiteit, te gast in de Christus Triumfatorkerk in het kader van de leerhuizencyslus over het neoliberalisme. Hij hield een overrompelend betoog met als titel: ‘Leven van wat komt’. Contemplatieve revolutie En daar zit volgens Borgman de fout. Er is een wezenlijke verandering van ons – mensen noodzakelijk. Een contemplatieve revolutie. Een stapje terug. “Laten we vooral eerst eens even niets doen!” Een pas op de plaats maken en zien wat we nodig hebben. Niet pakken en maken, maar opnieuw leren ontvangen. Deze contemplatieve revolutie van ‘Leven van wat komt’ laat je anders kijken. De vluchtelingen die naar Europa komen zijn niet het probleem. Wij maken er een probleem van. Zij leren ons anders kijken. Zij zijn de oplossing! Zij leren ons opengaan en ontvangen. We stellen ons niet open voor de vraag die zij aan ons systeem stellen, we problematiseren het en kapselen het in in ons systeem. En zo gaat het steeds. Niet alleen bij de vluchtelingenproblematiek ook bij de burn-out epidemie onder jongeren, de klimaatcrisis en de toeslagenaffaire. De leefwereld van mensen staat tegenover de systeemwereld van de bureaucraten. Maatregelen helpen niet als we niet eerst een pas op de plaats maken en kijken en luisteren naar de mensen die er daadwerkelijk mee te maken hebben. Als dat niet gebeurt worden vluchtelingen, Groningers, toeslagouders of boeren vermalen in onze bureaucratie. Hoe Zoals ik al schreef: Borgman schetste grote lijnen. Over het ‘hoe’ vertelde hij weinig. En of er een oplossing is voor de grote problemen waar we in onze tijd mee te maken hebben, daar liet hij zich niet over uit. Dat is ook niet de goede vraag, zou hij zeggen. Eerst maar eens ontdekken welke vragen de vluchtelingen in de bootjes op de Middellandse Zee aan ons stellen. Ze staan voor ons. We hoeven alleen maar met ze mee te gaan. “Leer anders kijken. Wij hoeven de wereld niet zelf te veranderen, de wereld wordt veranderd, kijk maar wat er gebeurt!” God is al onder ons Ook voor ons geloof betekent dat veel. Zoals de wereld van binnenuit wordt veranderd, zo werkt God ook. God zegt ons niet van buitenaf wat we moeten doen: God is allang ónder ons. Je vindt Hem als je optrekt met wie God is – de kwetsbaren, zij die vermalen worden in ons systeem. Nog scherper gezegd: het gaat niet om het Koninkrijk, het gaat niet om het verwezenlijken van je droom: elke stap op de weg naar het Koninkrijk zelf moet al een vooruitgang zijn. Wij zelf zijn de toekomst. We leven met de brokken, te midden van de brokken en we leven van wat komt. Het is aan ons om de werkelijkheid te zien, inclusief de ongemakkelijke kanten. Samen dragen we de pijn. Wij zijn de toekomst Borgman legde dat uit aan de hand van de gelijkenis van Jezus. “Het is met het koninkrijk der hemelen als met een schat, verborgen in de akker. Toen iemand hem vond, verborg hij hem, ging hij alles verkopen wat hij bezat en kocht die akker.” (Matteüs 13,44). De gelijkenis is niet een opdracht aan ons om alles op te geven voor de schat van het Koninkrijk, nee. Wíj zelf zijn de schat verborgen in de akker. Wij zijn (al) gevonden. Daarom heeft Christus de wereld gekocht. Wij zijn de toekomst. We bouwen het huis waar we zelf in mogen wonen. Met vallen en opstaan, maar met perspectief, want de plek waar we leven, onze samenleving, jijzelf: dit is het lichaam van Christus. | ||
terug | ||