Liturgie
Tijdens mijn opleiding tot predikant leerde ik dat liturgie een ‘heilig spel’ is. In de liturgie doen we even of het Koninkrijk van God al is aangebroken en we elkaar en God kunnen ontmoeten. De liturgische elementen helpen ons bij die ontmoetin-gen: in lofzang, in stilte, in gebed, in het Woord. Om de liturgie als heilig spel te kunnen beleven, is het handig om iets van de achtergrond te weten. Komen Het eerste deel van de dienst is bedoeld om je voor te bereiden op die ontmoeting. Vroeger heette dit dan ook de Dienst van de Voorbereiding. We treden een andere wereld binnen. Gehaast zijn we de kerk binnengerend. Of we hebben voor de dienst nog een intensief gesprek gehad. Of we zijn nog vol van het nieuws dat ons heeft overvallen die ochtend en we bereiden ons voor op wat komen gaat. Daarom heet dit onderdeel in onze nieuwe liturgie ‘Komen’: we moeten even ‘lan-den’ in het huis van God. We treden een heilige ruimte binnen. Voor de kerkenraad begint dat al in de consistorie. Daar spreekt de ouderling van dienst een gebed uit en vraagt om Gods zegen over de dienst, voor de voorganger, de organist en de kinderkerkleiding. Op de drempel Vroeger kwam de priester de kerk binnen en bad hij voor hij de dienst begon op de trappen van het altaar. Dat is te vergelijken met ons consistoriegebed. In som-mige orthodoxe protestantse kerken is er een stil gebed vóór de predikant de kan-sel beklimt. Wij wensen elkaar eerst goedemorgen en beginnen met een loflied. Dan volgt er een stilte voor persoonlijk gebed, de liturgische begroeting, en een drempelgebed. We bidden om Gods aanwezigheid tijdens de dienst. In de nieuwe orde van dienst is er dan standaard de‘Psalm van de Zondag’. Door het jaar heen komen zo alle psalmen aan bod. Natuurlijk kunnen er ook op andere plaatsen in de dienst psalmen worden gezongen. Kyrie eleison Daarna is er nog een belangrijk onderdeel van het ‘komen’. In de stilte en in het drempelgebed bereiden we ons innerlijk voor op de eredienst. In het kyriegebed spreken we uit wat ons dwars zit in de onafheid van de wereld. We roepen God aan om ontferming, ‘om de nood in de wereld’ heet dat. En we roepen persoonlijk leed of wereldleed van ons af, om ruimte in ons hart en in ons hoofd te maken voor de viering. Aansluitend zingen we een glorialied. Dat schuurt. De onafheid doet ons pijn en toch zingen we ‘in de gloria’. Dat moet ook schuren. We doen vanuit onze zorg om wat de schepping overkomt een appèl op God, die groot is in ontferming. We klagen om de nood, we roepen om recht en we eren meteen aansluitend God als de Aandachtig-Aanwezige. Na het glorialied zijn we ‘klaar’ om de Schriften te openen. Daarover een volgende keer. Liturgie II – Het Woord Uiteraard draait de hele eredienst om het Woord. Uit het Woord leren wie God voor ons is. Dankzij de verhalen over Jezus weten we hoe we kunnen leven als kinderen van God. Toch noemen we alleen het middendeel van onze dienst (de dienst van het) Woord. Na het ‘Komen’ (de dienst van de voorbereiding), waar we stil zijn geworden om God te zoeken, en waar we voor God onze missers en zorgen hebben neergelegd, ontstaat er ruimte om de Bijbel te lezen en te horen. Kinderen We doen dat ook met de kinderen. Ze komen naar voren en zitten op de bankjes die speciaal voor de kinderen op het liturgisch centrum staan. Eerst bidden we met de kinderen. Dat is het ‘gebed om verlichting met de heilige Geest’, het gebed waarin we God vragen om zijn Geest te sturen, zodat we het Woord dat we gaan lezen ook verstaan. Dit gebed is in kindvriendelijke taal. Veel van de tekst in de kerk gaan over de hoofden van de kinderen heen, veel van de gebeden ook, daarom is dit gebed in hun taal, omdat ook zij zich aangesproken mogen weten. In het verhaal of gesprek met de kinderen komt het thema van de dienst al ter sprake. Soms is het moment met de kinderen lastiger dan de preek. De kern van de verkondiging vatten in enkele eenvoudige zinnen dat blijkt een uitdaging. Het moment met de kinderen sluiten we af met een kindvriendelijk lied. Reactie Dan gaat de Bijbel letterlijk open. De ouderling van dienst leest één of beide Bijbellezingen. Vaak kies ik voor één Bijbellezing, zodat we ons op één thema kunnen concentreren tijdens de preek. Na de preek is er meditatief orgel- (of piano-) spel. Het is mooi om te horen hoe de organist in die muziek een reactie geeft op de preek. Daarna geven wij antwoord op de verkondiging met het zingen van een lied. Over het derde deel van onze vieringen ‘Antwoord’ geheten, de volgende keer. Omdat een kerkdienst meer is dan een preek III (Slot) Tijdens mijn opleiding tot predikant leerde ik dat liturgie een ‘heilig spel’ is. In de liturgie doen we even of het Koninkrijk van God al is aangebroken en we elkaar en God kunnen ontmoeten. De liturgische elementen helpen ons bij die ontmoetingen: in lofzang, in stilte, in gebed, in het Woord. Dat spel van de liturgie moet je ondergaan. Daarom is de liturgie in onze kerkdiensten zorgvuldig opgebouwd. In de twee vorige edities van de Samenspel vertelde ik over ‘Komen’ (de dienst van de Voorbereiding) en over (de dienst van) het Woord. Want in onze liturgie duiden we de opbouw van de kerkdienst als volgt aan: Komen-Woord-Antwoord-Gaan. Antwoord Na de Schriftlezing en de verkondiging, volgt ons ‘Antwoord’, vroeger heette dit deel van de dienst: ‘de dienst van de Offerande’, later ook wel ‘de dienst van de Gaven en Gebeden’. Ons antwoord op de Schriftlezing en de Verkondiging bestaat uit een belijdenis van ons geloof. Door het lied dat we na de preek zingen, of een gezongen of gesproken geloofsbelijdenis zelf. Ons antwoord komt ook tot uiting in het dankgebed en de voorbeden en het geven van onze gaven in de collecte. Op deze plaatst in de liturgie hoort ook de Maaltijd van de Heer. In onze kerk zeven keer per jaar. Zes keer op zondag en op Wittedonderdag. Ook dat is een antwoord op de verkondiging. Het Avondmaal is een onderdeel van de gaven. Wij verzamelen onze gaven op de tafel van de Heer (collecte), we leggen rond die zelfde tafel onze zorgen voor God neer (voorbede), en in het Avondmaal delen we vervolgens het brood en de wijn aan de tafel van de gaven van de Heer. Gaan De dienst sluiten we staande af met een laatste lied, en de zegen. Gevoed met de gaven van de Heer in het Woord en brood en wijn. Dat is de uitzending en de zegen, in onze liturgie kortweg: Gaan. | ||
terug | ||